vrijdag 13 december 2013

Museum en universiteit - samen de 19e eeuw opzoeken? - 31 januari 2014

Wanneer: 31 januari 2014

Waar: RKD, Den Haag

Op 31 januari 2014, vanaf 13u, organiseren ESNA en de werkgroep XIX, in samenwerking met het RKD, een studiedag Museum en universiteit - samen de 19e eeuw opzoeken?, waarin enerzijds de uiteenlopende museale en academische omgang met de beeldende kunst van de negentiende eeuw aan de orde wordt gesteld en anderzijds gepoogd wordt om toekomstige samenwerking tussen beide spelers te bevorderen. 

In 1999 organiseerde The Clark Institute het congres The Two Art Histories: The Museum and the University. Tijdens dit symposium en in de daaruit voortvloeiende publicatie van Charles Haxthausen (2002) werden de vaak gespannen verhoudingen onderzocht tussen de twee voornaamste exponenten van de kunsthistorische discipline: het museum en de universiteit. Daarbij werd duidelijk dat – enigszins gechargeerd – in het museale veld de mening leefde dat men de kunstgeschiedenis aan de universiteit alleen nog maar vanuit een theoretisch oogpunt benaderde, zonder aandacht voor de esthetische aspecten van het object, terwijl academici juist meenden dat musea langzaam maar zeker afgleden naar het niveau van een loutere entertainmentindustrie en alleen maar geïnteresseerd waren in omzet en publiek, zonder zich te bekommeren om innovatief onderzoek. Opmerkelijk is dat de vragen die toen actueel waren, nu – bijna 15 jaar later – nog steeds relevant zijn, zoals onder meer blijkt uit het onlangs verschenen KNAW-rapport (Verschilzicht. Beweging in het kunsthistorisch onderzoek in Nederland): hoe resulteren de uiteenlopende agenda’s en onderzoekstradities van musea en universiteiten in verschillende benaderingen van hetzelfde onderzoeksveld? En in hoeverre beïnvloeden institutionele factoren – met als allerbelangrijkste, de zoektocht naar geld en publiek aan de ene zijde en de nood aan innovatieve (of als innovatief gepercipieerde) onderzoeksoutput aan de andere – de verhalen die verteld worden in een tentoonstelling of in een academische publicatie? 

Op 31 januari belichten Chris Stolwijk, directeur van het RKD, vanuit zijn museale, en Werner Adriaenssens, professor aan de Vrije Universiteit Brussel, vanuit zijn universitaire achtergrond, de verschillen tussen beide benaderingen, maar onderstrepen ook de mogelijkheden van verdere samenwerking . Daarna presenteren een aantal collega’s in vijf minuten hun onderzoek(sidee), tentoonstelling(sconcept) of project. Deze presentaties hebben als doelstelling om collega’s te laten meedenken en feedback te krijgen, in het bijzonder met het oog op een potentieel nauwere samenwerking tussen museum en universiteit rond het voorgestelde project. 

Programma
13.00 Inloop
13.30 Welkom
13.40 Chris Stolwijk
14.00 Werner Adriaensens
14.20 Discussie
14.30 Koffie en thee
14.40 Marjan Sterckx, Revivalism: hoe voorbij gaan aan een ‘zoek-de-10-verschillen’-spel?
15.10 Jenny Reynaerts, De ontdekking van Vermeer/Discovering Vermeer
15.40 koffie en thee 
16.00 Fleur Roos Rosa de Carvalho, Van object naar theorie: onderzoek naar de fin-de-siècle prentencollectie van het Van Gogh Museum
16.30 Gilles Weijns, Keltische vrouwen in de beeldende kunsten in de lange negentiende eeuw: een zoektocht naar nationale identiteit en vrouwenrechten
17.00 Sandra Kisters, Zelfportretten [werktitel], tentoonstelling te houden in het Museum voor Moderne Kunst in Arnhem in samenwerking met de Universiteit Utrecht najaar 2015
17.30 Borrel 

Locatie
RKD Prins Willem Alexanderhof 5, Den Haag

Deelname
Deelname aan het symposium: €10,- (student: €7.5,-). Voor de studiemiddag geldt een maximum van 35 deelnemers.

Online aanmeldformulier (aanmelden kan tot 24 januari): http://website.rkd.nl/archief/nieuwsarchief/2012/bijlagen-nieuwsarchief-2012/Aanmeldingsformulier  
Let op: een inschrijving is pas definitief na ontvangst van het deelnamebedrag op IBAN NL69INGB0000507640 ten name van: RKD, Den Haag met vermelding van naam deelnemer en naam symposium.

Voor vragen over uw inschrijving en voor bewijs van betaling van uw inschrijving:
E: activiteiten@rkd.nl

Meer Informatie
www.esnaonline.wordpress.com
www.werkgroep-xix.blogspot.be
esnaonline@hotmail.com

maandag 2 december 2013

CFP - Objections to War: pacifism, anti-interventionism and conscientious objection in literature, theatre and art 1830-1918 - 7-9 September 2014

University of Hull, Centre for Nineteenth–Century Studies

Objections to War: pacifism, anti-interventionism and conscientious objection in literature, theatre and art 1830-1918

7-9 September 2014

Keynote speakers include: 
Professor Martin Ceadel, University of Oxford
Professor Sandi Cooper, City University of New York
Dr Grace Brockington, University of Bristol

Marking the centenary of the start of World War I (or the ‘Great War’ as it came to be known), this conference will consider the content, form and cultural significance of protest against war and military intervention in the years leading up to 1918. Jacques Rancière argues in The Politics of Aesthetics that ‘the arts only ever lend to projects of domination or emancipation what they are able to lend to them, that is to say, quite simply, what they have in common with them: bodily positions and movements, functions of speech, the parcelling out of the visible and the invisible’. This conference will explore the relationship between the arts and social protest movements, asking how literature, song, theatre and the visual arts have been put to use to shape a politics and poetics of dissent against war and domination, as well as how far political and communal cultures have shaped the forms of conscientious objection, anti-war, anti-intervention and peace protest. 

Papers are welcome from across the Humanities, considering anti-war or pro-peace protest in Britain, Europe and beyond. We also welcome considerations of the ways in which the protests of the past, and their effects, have shaped contemporary representations of war and peace. Topics might include: 
The language of peace protest 
The aesthetics of anti-war poetry and song
Metaphors of war in anti-war literature, song and drama 
Images and metaphors of peace and war in social protest literature
Feminist and socialist anti-war protest
The visual arts and peace
Conscientious objection and anti-conscription movements
Anti-war journalism
Imperialism, military intervention and antiwar protest
Quaker testimony and peace protest
The representation of animals in anti-war literature
Contemporary legacies of peace and anti-war protest
Individual anti-war writers or poets such as G. B. Shaw, Vernon Lee, Romain Rolland, Bertha von Suttner, Emily Hobhouse, W. T. Stead, Olive Schreiner, Siegfried Sassoon, Thomas Hardy, H.G. Wells

Please send abstracts of 200-250 words to Ingrid Hanson and Jane Thomas at objectionstowar@hull.ac.uk by 12 April 2014.

woensdag 20 november 2013

doctoraatsverdediging Isabelle Van den Broeke @ UGent

Op vrijdag 22 november 2013 om 16u verdedigt Isabelle Van den Broeke in de Academieraadzaal in de Volderstaat 9 te Gent haar proefschrift getiteld “Phantoms of the Overheated Brain: De fantasmagorie van Robertson als visueel paradigma voor de grafische kunst van Francisco Goya en William Blake.”

Lecture Roger Fry on Constable and Wordsworth in Leuven

On Wednesday December 11th at 2pm Professor Paul Fry from Yale University will deliver a guest lecture on “Constable’s and Wordsworth’s ‘gleam that never was, on sea or land’: Peele Castle, Hadleigh Castle”, in the Justus Lipsius lecture hall on the 8th floor of the Arts Faculty building.

The lecture offers a searching exploration of questions of representation and the frictions of classicism and romanticism in the work of two great figures in the British Romantic canon, the poet William Wordsworth and the painter John Constable.

vrijdag 25 oktober 2013

CFP: Journal of Diversity and Genderstudies

The brand new journal DiGeSt. Journal of Diversity and Genderstudies welcomes contributions on gender and other issues dealing with diversity in all its manifestations for their second issue.

Although the journal focusses primarily on research in the Belgian context, the editorial board is also receptive to reports on research and practices in other countries and societies. More detailed information about the 2nd call for papers and about the journal can be found on the recently launched website: http://www.digest.ugent.be. The deadline is the 10th of January 2014.

dinsdag 15 oktober 2013

Najaarsactiviteit XIX

De jaarlijkse najaarsactiviteit van XIX vindt ditmaal plaats in Brussel op woe. 11 dec: een geleid bezoek aan de tentoonstelling Henry Van de Velde in de KMSKG door de curator, prof. dr. Werner Adriaenssens, en aansluitend lunch.
Een uitnodiging met mogelijkheid tot inschrijving ontving u (of kan u aanvragen) per e-mail.  

vrijdag 11 oktober 2013

CFP: The Turbulent Mind: Madness, Moods and Melancholy in the Art of the Nineteenth Century - Ghent, Museum of Fine Arts, 16-17 May 2014

CFP: The Turbulent Mind: Madness, Moods and Melancholy in the Art of the Nineteenth Century
Ghent, Museum of Fine Arts, 16-17 May 2014 

Organised by the Research Platform XIX, the European Society for Nineteenth-Century Art and the Ghent Museum of Fine Arts, parallel with the Théodore Géricault exhibition at the Museum of Fine Arts in Ghent

On 7 May 1824, Eugène Delacroix wrote in his diary: “I do not care for reasonable painting at all. I can see that my turbulent mind needs agitation, needs to free itself, to try a hundred different things before reaching the goal whose tyrannous call everywhere torments me. (...) If I am not quivering like a snake in the hands of Pythoness, I am cold; I must recognize it and submit to it; and to do so is happiness.”
In these lines, Delacroix evoked the age-old theme of the mad artist, tormented but divinely inspired, balancing on the verge of insanity and genius. For Delacroix himself, the idea certainly had a personal dimension, as is clear for instance from his self-identification with Michelangelo, the pre-eminent Old Master prototype of the disturbed but brilliant artist. But Delacroix’s interest in the intersection of art and madness was hardly an isolated phenomenon. The rise of romanticism saw an exploding interest in the irrational, the disturbed, the insane, and its potential to liberate the arts, the mind, and even the world at large from the rigid chains of reason. In the 1820s, Théodore Géricault famously painted his series of monomaniacs, ten portraits of mentally ill men and women, and Delacroix himself not only depicted, in one of his historical genre paintings, a moody, brooding Michelangelo in his studio, but also painted the poet Torquato Tasso in the madhouse of St. Anna and other, similar scenes. Other artists looked for subjects in the same direction − the madness of Hugo van der Goes or the moods of Benvenuto Cellini – or used their art to give full expression to their own emotional anxieties or to address their own mental troubles. Still others were inspired by scientific and pseudoscientific discoveries and made use of  psychiatric, phrenological and physiognomic theories and documents to deal with themes of madness, moods and temperaments, or explored the category of the melancholic, an emotional state already associated with the artist by Giorgio Vasari but brought to the very centre of western culture by the overwhelming romantic feeling of loss following the age of reason.

On the occasion of the Théodore Géricault exhibition in the Museum of Fine Arts in Ghent (22 February - 25 May 2014; also in the Schirn Kunsthalle Frankfurt, 18 October 2013 - 26 January 2014), which will reunite three of the five surviving portraits of monomaniacs by Géricault, the museum joins forces with the European Society for Nineteenth-Century Art and the Research Platform XIX to organise this two-day conference. The theme of the conference parallels the steep rise of interest in recent years in the link between madness and art, and art and emotionality in general. The aim of the conference is to examine the significance of these new developments within the art historical discipline for the study of the art of the nineteenth century, a time when artists first deliberately turned for inspiration to the mentally deviant and first fully developed the idea of art as an expression of the emotional self. The conference will deal with both the myths of the artistic temperament and representations of madness, moods or melancholy. The conference organisers plan to publish a selection of the papers in an edited volume.

Please send proposals (max. 300 words) for a 20 minute paper (in English or French) for this conference to TheTurbulentMind@hotmail.com by 13 December 2013 at the latest. Selected speakers will be contacted in the course of January 2014. 

Possible topics relating to artistic practice, the artistic temperament and the myth of the mad artist in the nineteenth century  include:
- artists’ (auto)biographies and the trope of the mad artist; 
- artistic poses of madness and melancholy;
- the mad artist as a victim of society;
- psychiatry, phrenology, physiognomy and other (pseudo)sciences, and artists’ use thereof;
- artists’ interest in the mentally ill or the irrational;
- the idea of art as therapy or art and the idea of mental (self-)discipline;
- the expression and communication of emotions in art;
- ...

Possible topics relating to the representation of madness, moods or melancholy in the nineteenth century include:
- themes of madness or irrationality in the arts;
- representations of hysteria;
- evocations of decadence, degeneration and fatigue;
- representations or evocations of melancholy as the quintessential nineteenth-century state;
- the mad or melancholic body;
- the artistic temperament and its representation in the visual arts;
- representations of (historical) artists and their mental states;
- (self-)portraits and the exploration of mental states;
- ...

Organising committee: Jan Dirk Baetens (Radboud University, Nijmegen), Koen Brosens (University of Leuven), Rachel Esner (University of Amsterdam), Bruno Fornari (Museum of Fine Arts, Ghent), Jenny Reynaerts (Rijksmuseum, Amsterdam), Johan De Smet (Museum of Fine Arts, Ghent), Marjan Sterckx (Ghent University, Hasselt University & MAD-Faculty) and Cathérine Verleysen (Museum of Fine Arts, Ghent).

Scientific committee: Werner Adriaenssens (Royal Museum of Art and History & VUB, Brussels), Maite van Dijk (Van Gogh Museum, Amsterdam), Mayken Jonkman (RKD, The Hague), Herwig Todts (Royal Museum of Fine Arts, Antwerp), Francisca Vandepitte (Royal Museums of Fine Arts, Brussels), Filip Vermeylen (Erasmus University, Rotterdam), and Catherine de Zegher (Museum of Fine Arts, Ghent). 

The conference will be organised with the support of FWO-Vlaanderen, Universiteit Gent, Museum voor Schone Kunsten Gent, en de Nederlandse Onderzoeksschool Kunstgeschiedenis.

dinsdag 8 oktober 2013

CFP: Museum en universiteiten - samen de 19de eeuw opzoeken?

Museum en universiteit - samen de 19e eeuw opzoeken?
 
Wanneer: 31 januari 2014
Waar: RKD, Den Haag
Deadline indienen voorstel workshoppresentatie: 28 oktober 2013
 
In 1999 organiseerde The Clark Institute het congres The Two Art Histories: The Museum and the University. Tijdens dit symposium en in de daaruit voortvloeiende publicatie van Charles Haxthausen (2002) werden de vaak gespannen verhoudingen onderzocht tussen de twee voornaamste exponenten van de kunsthistorische discipline: het museum en de universiteit. Daarbij werd duidelijk dat – enigszins gechargeerd – in het museale veld de mening leefde dat men de kunstgeschiedenis aan de universiteit alleen nog maar vanuit een theoretisch oogpunt benaderde, zonder aandacht voor de esthetische aspecten van het object, terwijl academici juist meenden dat musea langzaam maar zeker afgleden naar het niveau van een loutere entertainmentindustrie en alleen maar geïnteresseerd waren in omzet en publiek, zonder zich te bekommeren om innovatief onderzoek. Opmerkelijk is dat de vragen die toen actueel waren, nu – bijna 15 jaar later – nog steeds relevant zijn, zoals onder meer blijkt uit het onlangs verschenen KNAWrapport (Verschilzicht. Beweging in het kunsthistorisch onderzoek in Nederland): hoe resulteren de uiteenlopende agenda’s en onderzoekstradities van musea en universiteiten in verschillende benaderingen van hetzelfde onderzoeksveld? En in hoeverre beïnvloeden institutionele factoren – met als allerbelangrijkste, de zoektocht naar geld en publiek aan de ene zijde en de nood aan innovatieve (of als innovatief gepercipieerde) onderzoeksoutput aan de andere – de verhalen die verteld worden in een tentoonstelling of in een academische publicatie? 
 
Op 31 januari 2014 organiseren ESNA en de werkgroep XIX, in samenwerking met het RKD, een studiedag rond dit thema, waarin enerzijds de uiteenlopende museale en academische omgang met de beeldende kunst van de negentiende eeuw aan de orde wordt gesteld en anderzijds gepoogd wordt om toekomstige samenwerking tussen beide spelers te bevorderen. In de ochtend organiseren we een plenaire sessie waarbij onder meer Chris Stolwijk, directeur van het RKD vanuit zijn museale - en Werner Adriaenssens, professor aan de Vrije Universiteit Brussel, vanuit zijn universitaire achtergrond de verschillen tussen beide benaderingen zullen belichten maar ook de mogelijkheden van verdere samenwerking zullen onderstrepen. De namiddag is gereserveerd voor een aantal interactieve workshops van 30 minuten waarin een spreker zijn of haar onderzoek(sidee), tentoonstelling(sconcept) of project presenteert aan een kleine groep collega’s, die zowel afkomstig zijn uit het museale als uit het academische veld. Deze workshops creëren de gelegenheid om collega’s te laten meedenken en feedback te krijgen, in het bijzonder met het oog op een potentieel nauwere samenwerking tussen museum en universiteit rond het voorgestelde project. Elke workshop begint met een korte introductie (5 minuten) van de spreker van zijn of haar onderwerp, waarna het verder in groep besproken wordt. 
 
Mocht u een onderzoek(sidee), tentoonstelling(sconcept) of project willen voorstellen dat potentieel voordeel zou hebben bij een nauwere samenwerking tussen universiteit en museum, dan kunt u een kort voorstel (zie bijgevoegde richtlijnen) indienen bij Mayken Jonkman (jonkman@rkd.nl), Rachel Esner (r.esner@uva.nl) en/of Jan Dirk Baetens (j.baetens@let.ru.nl).
 
Richtlijnen voor het presenteren van een workshop
Een workshop bestaat uit een interactieve sessie van 30 minuten waarin een spreker zijn of haar onderzoek(sidee), tentoonstelling(sconcept) of project presenteert aan een kleine groep collega’s, die zowel afkomstig zijn uit het museale als uit het academische veld. Deze workshops creëren de gelegenheid om collega’s te laten meedenken en feedback te krijgen, in het bijzonder met het oog op een potentieel nauwere samenwerking tussen museum en universiteit rond het voorgestelde project. 
Elke workshop begint met een korte introductie (5 minuten) van de spreker van zijn of haar onderwerp, waarna het verder in groep besproken wordt. Wanneer voldoende deelnemers zich hebben opgegeven, dan zal de workshop twee keer gegeven worden.
 
Deadline indienen voorstel workshoppresentatie: 28 oktober 2013
 
De abstract voor de workshop bestaat uit:
1. Een titel, die de belangrijkste vragen en ideeën die u aan de orde wilt laten komen tijdens de workshop, reflecteert.
2. Een korte beschrijving van 150-250 woorden met een uiteenzetting van uw stelling in drie korte vragen of punten, die moeten leiden tot een enthousiaste discussie gedurende de workshop. Een te algemene stelling kan leiden tot een eenzijdige presentatie en weinig discussie. Mocht u hulp nodig hebben, neemt u dan contact op met de organisatoren.
3. Een korte biografie (max. 150 woorden) van uzelf.
4. 1 of 2 afbeeldingen die te maken hebben met uw onderwerp van zodanige kwaliteit dat ze op internet gepubliceerd kunnen worden.
 
Nadat we uw abstract hebben ontvangen, hoort u binnen enkele weken of uw abstract is geaccepteerd. 
 
Presentatie
1. De workshop duurt 30 minuten. De introductie mag niet langer zijn dan 5 minuten, waardoor er 25 minuten overblijft voor discussie met uw collega’s.
2. Belangrijk is dat u een heldere en intrigerende vraag stelt gedurende uw presentatie die tot discussie zal leiden. Volg de punten of vragen die u in uw stelling hebt geformuleerd. Met andere woorden, probeer een reactie uit te lokken.
3. De workshops zullen worden gehouden op een locatie waar het niet mogelijk is om een powerpoint presentatie te geven en waar geen internet verbinding aanwezig is. Wilt u gebruik maken van afbeeldingen dan zijn hand-outs aangewezen.
 
Daarna
Graag ontvangen wij een korte samenvatting van de resultaten en/of een weergave van de meest interessante punten van de discussie. Deze zullen we publiceren via de website van de onderzoeksschool kunstgeschiedenis en de blog van Werkgroep XIX. 

maandag 7 oktober 2013

Jean Robie - Charlier Museum - 9/10/2013 - 3/1/2014

Tentoonstelling in het Museum Charlier: Jean Robie: schilder, schrijver en zijn reizen in India.
Zie voor meer informatie: http://www.charliermuseum.be.

vrijdag 4 oktober 2013

Congres Gent 16-17 mei 2014

Om alvast te noteren: op 16 en 17 mei 2014 organiseert XIX samen met ESNA en het Museum voor Schone Kunsten te Gent, i.h.k.v. hun Géricault-tentoonstelling, een internationaal congres met als thema "The Turbulent Mind: Madness, Moods and Melancholy in the Art of the Nineteenth Century". De CFP wordt eerstdaags verspreid.

vrijdag 27 september 2013

CFP The Artwork Exposed: Politics and the Arts (1850-1914)

Call for Papers
The Artwork Exposed: Politics and the Arts (1850-1914) Seminar in Collaboration with the Royal Netherlands Historical Society (KNHG)
Amsterdam, Rijksmuseum, 17-18 April 2014

Organized by:
Camelia Errouane (University of Groningen)
Laura Prins (Van Gogh Museum, Amsterdam)

Confirmed key-note speaker: Michelle Facos (Indiana University Bloomington)

Artworks do not stand on their own: they are made for specific goals and presented in certain contexts; they are viewed and consumed by different persons and eventually they are analyzed by critics and historians. Within this social dynamic, the relationship between the arts and politics has always been complex: Governments of all colors have used and abused the arts throughout history, while individual artists, too, have used their works to get their political opinions across. This phenomenon gained special momentum during the rise of nationalism in the nineteenth century and the development of various forms of (mass) communication. Interestingly enough, this was also the period when art history was born as a discipline.

In art history, the last decades have seen an overwhelming number of publications that provide political interpretations of a variety of artworks. It almost seems as if any visual object can be interpreted in ways inscribing it with political significance. Rather than adding yet more interpretations of individual works to the canon of art history, this symposium aims to take the topic further into more theoretical realms by asking questions that touch upon the fundamental relationship between art and politics. Artworks are in the first place visual objects. How can artworks and political history be related to each other, apart from using the first to illuminate the second – and vice versa? How are visual objects able to communicate a political message? How can historians deal with the divide between intention and perception when analyzing artworks? And whose intentions are we talking about: those of the artist, those of the commissioner, or those of the viewer? In this context, do aesthetic aspects, such as the style of a work, its medium and location matter? And if so, how?

The conference sets out to develop new ways of thinking about artworks as objects in networks of intention, interpretation and social relations that include artists, commissioners, critics and the audience. It is the explicit intention of the organizers to step beyond the well-known generalizations of art history, like artistic styles or schools, avant-garde and arrière-garde, modern and traditional. The event offers a platform that brings together young and established (art) historians who are studying the period 1850-1914, concentrating on European art in all media. We invite case-studies as well as theoretical papers; we particularly encourage case-studies from countries that are often excluded from official curricula, such as Scandinavia, Spain, Portugal or Poland.

In the Netherlands, the statement that “art is not the business of the government” by the Dutch politician Jan Rudolph Thorbecke (1798-1872) from 1862 has been a recurring argument in discussions about the relationship between politics and the arts, and in discussions about the role of artists and art institutions within society. Nonetheless, the Dutch government has been a formative factor in the arts, of which the construction of the Rijksmuseum is only the most famous example. The conference will include visits to the Rijksmuseum (1885) and to the Beurs van Berlage (1903). In the original design of both buildings artworks play an important role. The Rijksmuseum, the national museum of a country that portrays itself as essentially Protestant, is decorated with monumental mural paintings that were inspired by decorations of Roman Catholic churches, whereas the Beurs, former seat of the Amsterdam stock exchange, features tile tableaux about the exploitation of the working man and woman’s liberation. Both buildings stirred an enormous controversy when they were completed. Nowadays however, they are considered as hallmarks of Dutch architecture. These visits will allow us to discuss the relationship between arts and politics in the Dutch context.

Please send an abstract for a 20-minute paper (max. 300 words) and a cv to Camelia Errouane (
c.f.errouane@rug.nl) and Laura Prins (LSEPrins@gmail.com) no later than 3 November 2013. Speakers will be notified by the end of December 2013. It is the intention of the organizers to publish selected contributions. After the conference the participants will receive more detailed information about the publication.

donderdag 19 september 2013

Courbet-tento KMSKB naar Boston

De geslaagde tentoonstelling 'Gustave Courbet en België' de voorbije lente in de KMSKB Brussel krijgt nog een staartje in Boston, onder de noemer "Courbet: Mapping Realism".

September 1–December 8, 2013
The exhibition maps the travels and influence on foreign artists of one of France’s most prolific and innovative painters, the leader of the realist movement, Gustave Courbet. It expands upon an exhibition shown at the Royal Museums of Fine Arts of Belgium in Brussels from May to August 2013 titled Gustave Courbet and Belgium, which examined the role Belgium played in Courbet’s development and the warm response the bold social commentary in his work received from Belgian artists and collectors. Courbet: Mapping Realism adds additional paintings by Courbet in American collections to tell the story of his reception on this side of the Atlantic. A selection of outstanding paintings by Courbet’s American contemporaries, including Elizabeth Boott Duveneck, Martin Johnson Heade, Winslow Homer, William Morris Hunt, Eastman Johnson, and John La Farge, reveals the role he played in shaping American painting.

Organized by the McMullen Museum and the Royal Museums of Fine Arts of Belgium, Courbet: Mapping Realism has been curated by Jeffery Howe and Dominique Marechal. The exhibition has been underwritten by Boston College, the Patrons of the McMullen Museum, the Newton College Class of 1968, and the Newton College Class of 1973.

A volume of essays by American and Belgian scholars (Claude Cernuschi, Jeffery Howe, Jean-Philippe Huys, Dominique Marechal, and Katherine Nahum) edited by Howe accompanies the exhibition.

(info afkomstig van de website: http://www.bc.edu/bc_org/avp/cas/artmuseum/exhibitions/archive/courbet/index.html)

dinsdag 17 september 2013

Genius, Grandeur & Gêne: kunst, maatschappij en recht in de tijd van Edmond Picard

De Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie organiseert op dinsdag 15 oktober 2013 in samenwerking met de Poelaertstichting, die namens beide Brusselse balies ijvert voor het Brusselse Justitiepaleis, in dat gerechtsgebouw een cultureel symposium over kunst, maatschappij en recht in de tijd van Edmond Picard: 'Genius, Grandeur & Gêne. Het Fin de Siècle rond het Justitiepaleis te Brussel en de controversiële figuur van Edmond Picard'.

Programma en informatie zijn te vinden op de website www.advocass.be, waar ook de inschrijving kan gebeuren.

Art Crossing Borders: The Birth of an Integrated Art Market in the Age of Nation States (Europe, ca. 1780-1914) - Thursday 17 October 2013



Art Crossing Borders: The Birth of an Integrated Art Market in the Age of Nation States (Europe, ca. 1780-1914)

Double-session at the international conference ‘Europe and its Worlds: Cultural Mobility in, to and from Europe’ (16-18 October 2013)


Session Convenors: Jan Dirk Baetens (Art History and Literary & Cultural Studies, Radboud University Nijmegen) and Dries Lyna (History, Radboud University Nijmegen)

Respondents: Annemieke Hoogenboom (Art History, University of Utrecht) and Filip Vermeylen (History and Arts, Erasmus University Rotterdam)

Location: Campus Radboud University Nijmegen, Gymnasion, Heyendaalseweg 141, Nijmegen.

Registration: free

See for more information:
http://www.ru.nl/europaenzijnwerelden/congres/introduction/


Session 1 - Thursday 17 October 2013, 9:00-11:30

Lindsay Simon
(University of Connecticut, USA): “Buying the Monarchy: Collectors of the French Court Style”

Adriana Turpin (Institut d’Etudes Superieures des Arts, Paris, France; The Wallace Collection, London, UK): “Collecting French furniture in the 19th century: appropriation as a form of nationalism?”

Camilla Murgia (Independent scholar): “Beyond Mobility: The Migration of Italian Artists in Early 19th-Century London”

 Renske Cohen Tervaert (Utrecht University; Royal Palace Amsterdam, The Netherlands): “Landscaping a Cultural Industry. The International Demand for National Landscape Painting in the 19th Century”

 Lunch

Session 2 - Thursday 17 October 2013, 14:30-17:00

Barbara Pezzini (The Burlington Magazine, London): “International network, national canon: commerce and criticism of old-masters paintings in London (1900-1914)”

Mayken Jonkman (RKD, The Netherlands), “Celebrating Harmony. International Artistic Conferences and the Exchange of Ideas”

Sharon Hecker (Università Cattolica del Sacro Cuore di Milano, Italy): “Medardo Rosso: the Cosmopolitan Sculptor and the New International Art Market” 

Leanne Zalewski (Randolph College, USA): “European Art, American Culture: Cultural Mobility in Gilded Age New York”

maandag 16 september 2013

Vier penseelprinsessen in Hingene


Woensdag aanstaande opent in het kasteel d'Ursel in Hingene de tentoonstelling 'Vrouwen met stijl. Vier penseelprinsessen in Hingene'. De tentoonstelling met werk van vier adellijke amateurschilderessen, de periode van Napoleon tot na de Eerste Wereldoorlog omvattend, loopt van 22 september tot 24 november 2013.

In het kader van deze tentoonstelling wordt op 8 november 2013 ook een symposium georganiseerd en verschijnt een publicatie.

vrijdag 13 september 2013

Keerpunt 1813: Congres van de Werkgroep De Negentiende Eeuw 2013 - 13 december 2013


Congres van de Werkgroep De Negentiende Eeuw 2013

Keerpunt 1813

 13 december 2013

Universiteitsbibliotheek Amsterdam, Doelenzaal

Singel 425, 1012 WP Amsterdam


Op 30 november 2013 is het tweehonderd jaar geleden dat de Prins van Oranje na een ballingschap van ruim achttien jaar op het strand van Scheveningen landde. In de woelige jaren 1813-1815 werd vervolgens het Verenigde Koninkrijk der Nederlanden onder koning Willem I gevestigd. Het jaar 1813 wordt vaak gezien als het begin van de moderne politieke geschiedenis en het startsein van de democratische ontwikkeling van Nederland. Recentelijk hebben historici juist ook gewezen op de continuïteiten met de Bataafse Revolutie en de Napoleontische tijd. De centrale vraag van dit congres is dan ook: welke betekenis heeft '1813' gehad voor de ontwikkeling van de Nederlandse natie? Vormen de jaren 1813-1815 een keerpunt in de Nederlandse geschiedenis, politiek en cultureel, of bestendigden zij al langer geldende ideeën en verhoudingen?

Kosten voor de dag: € 25 (studenten en promovendi € 15) inclusief lunch, ter plekke te betalen. Opgeven s.v.p. vóór 6 december 2013 bij de secretaris van de werkgroep
Boudien de Vries:
b.m.a.devries@uva.nl

Programma

10.00-10.30 Inloop, registratie en koffie


10.30- 10.45 Opening door de dagvoorzitter, Dr Janneke Weijermars (RU)
Prof. dr Wessel Krul (voorzitter van de werkgroep) Korte inleiding op het congresthema 

10.45 -11.10 Dr Lotte Jensen (RU) en Bart Verheijen (RU)
1813 en de terugkeer van Oranje

11.10- 11.35 Dr Matthijs Lok (UvA)
1813: de fabricatie van een nieuw begin

11.35-11.55 Discussie

11.55-12.15 Koffie

12.15-12.45 Dr Edwin van Meerkerk (RU)
Gijsbert Karel van Hogendorp en de liberale Grondwet van 1813

12.45-13.30 Lunch

13.30-14.00 Dr Wilfried Uitterhoeve
De kleuringen van oranje

14.00-14.30 Vertoning van de documentaire Help, de Kozakken komen! van Kim Taminiau, met een inleiding van Johan Zielstra.

14.30-15.00 Dr Eveline Koolhaas-Grosfeld
De Tentoonstellingen van Levende Meesters van 1813 en 1814

15.00-15.30 thee

15.30-16.00 Germa Greving (RUG)
Nader tot het Verleden?! Over het eerste eeuwfeest van de Nederlandse onafhankelijkheid in 1913

16.00-16.30 Prof. dr Henk te Velde (UL)
1813: tussenbalans

16.30-17.00 discussie, geleid door de dagvoorzitter
Sluiting door de voorzitter van de werkgroep

17.00: borrel

woensdag 4 september 2013

Lecture: Professor Ruth E. Iskin: "The Janus-Faced Modernity of Toulouse-Lautrec and Jules Chéret" - 24 september 2013, 16:00



Netherlands Institute for Cultural Analysis: Special Guest Lecture

Professor Ruth E. Iskin: "The Janus-Faced Modernity of Toulouse-Lautrec and Jules Chéret"

24th September: 16:00

Oudemanhuispoort 4–6, Room D1.09, Amsterdam

Late nineteenth-century French art is among the most often studied topics, yet posters, which were one of the most prominent phenomena in the visual culture of the 1890s, have remained on the margins of art history. This lecture proposes that by analyzing posters, one gains new insights into modernity. Focusing on Henri de Toulouse-Lautrec (1864–1901) and Jules Chéret (1836–1932), it demonstrates that these artists represented opposing views of modernity and argues that these constituted divergent responses to industrialization, commodification, mass culture, and urban life—one exposed its melancholy, the other countered it with a dreamland of pleasures.

RUTH E. ISKIN is member of the faculty of Department of the Arts, Ben-Gurion University of the Negev. Her book, The Poster: Art, Advertising, Design, and Collecting, 1860s-1900s will be published by the University Press of New England in 2014. She is the author of Modern Women and Parisian Consumer Culture in Impressionist Painting, published by Cambridge University Press, 2007, which is being issued as a paperback (2013). She is co-editor of an anthology on modern art published by The Press of the Hebrew University, Magnes Press (in Hebrew). Her articles have been published in the Art Bulletin, Discourse, Nineteenth-Century Contexts, and Nineteenth-Century Art World Wide, as well as in exhibition catalogues of European museums and in anthologies. Among these is her “Was there a New Woman in Impressionist Painting?” in Women in Impressionism: From Mythical Feminine to Modern Woman, exhibition catalog, the Ny Carlsberg Glyptotek Museum, Copenhagen, 2007. Some of her writings have been translated into Chinese, Danish, Czech, and Hebrew. She was a Mellon Senior Fellow at CASVA (Center for Advanced Studies in the Visual Arts), National Gallery of Art, Washington, DC, and a Scholar in residence at INHA (Institut National de l’Histoire de l’Art), Paris.

The lecture is free of charge: all welcome.

vrijdag 30 augustus 2013

Net verschenen

Dominique Maréchal en Jean-Philippe Huys, Gustave Courbet en België, Cahiers van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, edited by Michel Draguet, Vol. 13, 2013.

De gelijknamige boeiende tentoonstelling in de KMSKB is net afgelopen...
(Relevante tentoonstellingsaankondigingen mogen hier steeds ook op tijd gepost worden door de betreffende musea ;-)

donderdag 29 augustus 2013

Doctoraat Gentse Academie

Op 5 sept. verdedigt drs. Tim De Doncker aan de UGent, vakgroep Geschiedenis, zijn doctoraat getiteld "Hupsicheyt en hantgedaet. Kunstacademie en ambachtsgilden te Gent ca. 1748-1800" (promotor: Prof. dr. Anne-Laure Van Bruaene, copromotor: Prof. dr. Hilde De Ridder-Symoens). Ook de vroege 19de eeuw komt summier aan bod.

Ensor Research Project van start!

Het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen startte in juli 2013 met het Ensor Research Project. Alle info op de site. Volgt dat op!

Herwig TODTS verdedigde overigens op 19 juni 2013 aan de UGent met glans zijn doctoraat in de Kunstwetenschappen, getiteld James Ensor, occasioneel modernist. Een onderzoek naar James Ensors artistieke en maatschappelijke opvattingen en de interpretatie van zijn kunst. Wordt vervolgd.

woensdag 12 juni 2013

CFP: Cultural Mediators in Europe 1750-1950

The research groups “Translation and intercultural transfer” and “Cultural History since 1750” of the KU Leuven organise an international colloquium on “Cultural mediators in Europe 1750-1950”, June 5-7 2014 in Leuven, Belgium.
This conference wants to advance understanding of the complex yet largely unknown cultural transfer activities that helped shaping international, national and urban cultures during the last two centuries in Europe. A privileged way to gain insight in these transfer activities is to focus on the agents, i.e. the cultural mediators who embody them.

We want to focus specifically on those cultural mediators who develop a broad range of partly overlapping transfer activities through different cultural fields (literature, painting, music, theatre…), different languages and geo-cultural frontiers.
·         They are multilingual writers and publishers, multilingual literary and art critics who promote specific artistic subsets as typically national, international or regional; they are art dealers who organize (inter)national art exhibitions; they are self-translators or translators who translate, adapt, plagiarise, summarize, censor, manipulate, … works of other language communities. Recent studies illustrate how mediators freely combine several of these transfer techniques even within one and the same work.

·         They are active in a variety of more or less institutionalised intercultural and inter-artistic networks (editing boards of magazines and periodicals, salons, literary and artistic associations, art and music academies, artists’ workshops, reading circles etc.) which promote or oppose their transfer activities.

·         They are real migrants, persons with hybrid identities, who develop transfer activities in several geo-cultural spaces, which considerably sharpens their intercultural and international consciousness.

These complex but crucially important transfer roles are rarely acknowledged as such or studied in any depth because they transcend traditional disciplinary divides (translation studies, literary studies, history…) and their binary concepts (source-target, national-international, cultural-intercultural…). The study of cultural mediators and their transfer activities is therefore preferably

·         interdisciplinary and collective, bringing together methods from translation sociology, descriptive translation studies, transfer studies, cultural history…

·         process- and actor-oriented, in order to discover the complex intersections of which cultural products are the surface result;

·         start from the assumption that translation has to be studied in relation to other transfer techniques and that “le débat académique opposant transferts, comparaisons et croisements se résout de lui-même dans la recherche empirique” (Charle 2010:16).

In short, “we need histories that describe the meshing and shifting of different spatial references, narratives in which historical agency is emphasized, and interpretations acknowledging that the changing patterns of spatialization are processes fraught with tension” (Middell & Naumann 2010 :161).

The colloquium is open to the totality of these historiographical and translational questions, preferably tackled by means of case studies analysing e.g.:
·         How and why mediators’ transfer activities created new forms of writing and translating and new actor roles, challenging the very distinctions between translation, self-translation, multilingual writing, adaptation … How and why did they introduce or oppose  new artistic practices? Did they undertake inter-artistic or field-transgressing activities? Did they assume different attitudes/strategies towards discursive and artistic mediating activities?

·         Which networks –  informal or institutionalized, urban or (inter)national, intra-cultural or intercultural – organized, supported or controlled these transfer activities?  « Les premières manifestations d’un transfert ne sont pas des œuvres, souvent diffusées et traduites à une époque très tardive, mais des individus échangeant des informations ou des représentations et se constituant progressivement en réseaux. » (Espagne & Werner 1987: 984).

·         What was the function and effect of these transfer activities on the consolidation or disintegration of multiple cultural identities? Special attention should be paid to multiple interactions, implying multiple directions and effects which a conceptualization in terms of ‘source’ vs. ‘target’ cannot fully grasp.

·         Which diachronic evolutions can be distinguished in mediating activities? Did a shift from heterogeneous to more homogeneous cultures possibly change the form, the content and the effects of discursive transfer techniques and of mediation as a whole?

·         How do these insights lead to a new historiography of cultural practices and cultural transfer?

·         Which theoretical and methodological frameworks are most helpful to study discursive, artistic and institutional mediating activities? And which methodological implications does the study of intercultural and international transfer practices have on the basic assumptions of cultural history, translation studies and literary studies?

Proposals of 300 words approximately (English or French) and a short CV should be submitted to the organizers (reine.meylaerts@arts.kuleuven.be) before October 1st 2013. Notification of acceptance will be given by November 15, 2013. Papers and discussions will be held in English and French.

vrijdag 3 mei 2013

Zesde studiedag van XIX: 31 mei 2013, Charliermuseum

Op 31 mei 2013 vindt de zesde intermuseale en -universitaire studiedag kunst van de negentiende eeuw plaats in het Charliermuseum. Zie het programma hieronder voor meer informatie.