vrijdag 24 december 2021

 CONF (update): Interuniversitaire en intermuseale studiedag XIX

Werkgroep XIX
Gouverneurspaleis/Palais du Gouverneur, Place Saint-Aubin 2, Namen
Uitgesteld, nieuwe datum nog te bepalen

Het is met spijt dat we jullie moeten meedelen dat de studiedag XIX niet zal kunnen doorgaan op 14 januari zoals voorzien. De eerder deze week door de regering afgekondigde Covid-maatregelen laten dit niet meer toe.
We zoeken naar een nieuwe datum voor de studiedag en hopen het programma zoals het was opgesteld alsnog te behouden. Meer informatie zal volgen van zodra deze beschikbaar is.

We danken jullie voor jullie begrip, en we wensen jullie prettige feesten en een fijn eindejaar,

De stuurgroep XIX

dinsdag 14 december 2021

CONF: interuniversitaire en intermuseale studiedag XIX

CONF: Interuniversitaire en intermuseale studiedag XIX
Werkgroep XIX
Gouverneurspaleis/Palais du Gouverneur, Place Saint-Aubin 2, Namen
Vrijdag 14 januari 2022
Inschrijvingsdeadline: 23 december 2021




Na een ritmeonderbreking te wijten aan de Covid-pandemie vindt op vrijdag 14 januari 2022 de jaarlijkse studiedag van de Werkgroep XIX opnieuw plaats. Ditmaal treffen we elkaar in Namen. We ontvangen u graag vanaf 10u00 in het prachtige Gouverneurspaleis (Saint-Aubinplein 2), dat slechts zelden zijn deuren voor publiek opende. Onder het motto 'XIX déconfiné' trekken we niet alleen voor het eerst de taalgrens over voor onze studiedag, we geven eveneens een platform aan twee Franstalige collega's. Het voormiddagprogramma  bestaat daarmee uit vier prikkelende lezingen, waarvan twee in het Nederlands, twee in het Frans. Na een gezamenlijke lunch volgt een bezoek aan de voortreffelijke tentoonstelling Dans les yeux de Van Gogh in het Ropsmuseum.


Bovenstaand vindt u het volledige programma terug, alsook de praktische modaliteiten voor de inschrijving.

Om de kosten van de organisatie te dekken, zijn wij verplicht een bijdrage van € 30 per persoon aan te rekenen. Locatie, koffieonthaal, middagmaal en tentoonstellingsbezoek zijn daarin inbegrepen.


U kan zich inschrijven via werkgroepXIX@gmail.com

Graag bij inschrijving ook meteen opgeven voor welk gerecht u kiest voor de lunch:

a. Le vol au vent « maison », riz

b. L’onglet de bœuf échalotes et vin rouge, pommes frites

c. Le filet de sandre, salsa de légumes, beurre blanc, pommes « nature »

d. Assiette de légumes chauds du marché et son féculent (végétarien)


Alle geïnteresseerden zijn van harte welkom. Inschrijven kan tot en met donderdag 23 december.

woensdag 8 december 2021

CFP: Collectioneurs Nobles. Continuity and Change in Aristocratic Collecting Practices in Belgium and the Netherlands (1750-1950)

CFP deadline: 1 February 2022
Article deadline: 1 October 2022

The long nineteenth and early twentieth century is often considered a period of socially widening collecting practices. Besides the boom of public museums, the general understanding of nineteenth- and early twentieth-century collecting is dominated by the rise of the bourgeois collectioneur as new social type. Within the broader historiography much attention has been paid to the new industrial tycoons and businessmen, as well as the (higher) middling sort of collectors, all eager to tap into a growing ‘collection mania’. Less well studied for this period, however, remain the blue-blooded collectors or collectioneurs nobles. This comes as quite a surprise since the practice of collecting itself has deep and long running roots, intimately tied to endeavours of early-modern royal houses and noblemen, amassing Wunderkammern full of Fine and Decorative Arts, precious manuscripts and books, naturalia, and myriad other collectables. While some, less fortunate noblemen, were forced to sell their prized family collections during the age of political, industrial, and cultural revolutions, others retained their titles and fortunes, and continued to collect for economic reasons (as investment), or for reasons tied to their specific, albeit changing, social and cultural status in modern societies. 

In spite of the recent upsurge in books and articles on collectors and collecting practices in Belgium and the Netherlands, research on this blue blood collecting in the Low Countries after 1750 remains thin on the ground. Who were these highborn collectors? What did they collect? And why? In this special issue we aim to draw a detailed portrait of these  collectioneurs nobles, their changing social profile, and their motivations. How different were their motives and aims from their emerging bourgeois counterparts? What were the norms and values that fuelled aristocratic collecting? Did they, for instance, pay more attention to noble pedigree and patina in the selection of objects? And in what way were older, Humanist and Enlightenment values carried over in modern times with these collectors? Tying in with a recent strand, we also want to pay attention to the links between gender and collecting. To what extent were the collection profile and practices of noble ladies and lords different? We also aim to shed more light on the presentation, musealisation, and afterlife of these noble collections. To what extent became noble collections more accessible for a wider public in the nineteenth and early twentieth century, and how were they received by noble, bourgeois or lower class visitors? How were these aristocratic ensembles eventually integrated into public museums? Last but not least, we also try to identify local, regional or even national differences between well-bred collectors in Belgium and the Netherlands, in the industrial cities and in the countryside, and so on. 

We aim to provide some answers to these questions by sampling the latest research on noble collectors and collections in the Low Countries. The special issue will be published in Virtus: Journal of Nobility Studies. [WoS A1- journal] Abstracts – ca. 350 words, including a short bio-sketch – should be send to gerrit.verhoeven [at] uantwerpen.be before 1 February 2022. Full chapters (5000 words, including footnotes) should be submitted in the same way before 1 October 2022. 

Guest editors of the special issue:

Ulrike Müller (Researcher at Museum Mayer van den Bergh & PD UAntwerpen)

Ilja Van Damme (Professor in history UAntwerpen)

Gerrit Verhoeven (Professor in cultural heritage and history UAntwerpen & Researcher/Archivist at the Royal Museums of Art and History)


Pierre Degobert, Théodore de Coninck de Merckem in his picture gallery, lithography after a drawing by Henri Van der Haert, 
published in: Galerie de Tableaux du Chevalier de Coninck (Brussels: Debobert, 1838)


EXH: Retrospectieve Nicaise De Keyser (Antwerpen)

Schilderijententoonstelling uit de Werner Wieland Verzameling van 19de-eeuwse Schilderkunst: Retrospectieve Nicaise De Keyser
Wolstraat 26, Antwerpen
6 - 24 april 2022

Van woensdag 6 April tot en met Zondag 24 April, 2022 houdt de Werner Wieland Verzameling een Retrospectieve Tentoonstelling over de Antwerpse Negentiende-Eeuwse Romantische Schilder Nicasius De Keyser. Het gratis evenement zal plaats vinden in een kunstgalerij op Wolstraat 26, 2000 Antwerpen, nabij het Conscienceplein en de Grote Markt. Openingsdagen en uren zijn telkens van Woensdag tot Zondag, vanaf 12 uur tot 19 uur.

Getoond zullen worden 13 representatieve schilderijen van de kunstenaars eigen hand uit de Werner Wieland Verzameling. En verder werk uit de Werner Wieland Verzameling van twee van zijn leermeesters, Joseph Jacops en Matthijs Van Bree, alsmede een tiental schilderijen door enkele van De Keysers bekendste Vlaamse leerlingen, waaronder Godfried Guffens, Jan Swerts, Karel Verlat, Karel Ooms, Piet Van der Ouderaa, Eugene Siberdt.

Het is de eerste maal in enkele decennia dat specifiek hulde gebracht wordt aan dit grote Vlaamse negentiende-eeuwse romantisch kunstboegbeeld.

Meer informatie over de tentoonstelling leest u op deze website.

Betalende groepsrondleidingen van ongeveer een uur kunnen op voorhand besteld worden via info@wernerwieland.eu, ook voor rondleidingen buiten de normale uren, zoals ’s avonds.

EXH: Uitbundig Verleden. De Bourgondiërs door Romantische ogen (Mechelen, Museum Hof van Busleyden)

Uitbundig Verleden. De Bourgondiërs door Romantische ogen
Museum Hof van Busleyden, Mechelen
27 november 2021 – 27 februari 2022

Teruggrijpen naar het verleden, het is iets van alle tijden. Net als vandaag was geschiedenis ook in de negentiende eeuw populair. Het is de eeuw waarin verschillende nieuwe naties ontstaan en andere zich sterker gaan profileren op het internationale toneel. Tijdens de Romantiek groeit een hernieuwde belangstelling voor de Bourgondische hertogen, van Filips de Stoute tot de roemrijke keizer Karel.

Zo treden de vijftiende- en zestiende-eeuwse Bourgondische vorsten in verschillende Europese landen opnieuw op de voorgrond. Als de aartsvaders van de Lage Landen verschijnen ze op schilderijen, in de literatuur en beeldhouwkunst. Maar het beeld van de vorsten verschilt sterk van land tot land: wat vertellen ze ons over de negentiende-eeuwse visie op het verleden? En over de manier waarop wij vandaag omgaan met onze geschiedenis?

In Uitbundig Verleden. De Bourgondiërs door Romantische ogen kijk je vanuit een hedendaagse context, met een kritische blik en een veranderend perspectief naar het verleden. De ondergrondse exporuimte van Museum Hof van Busleyden doet aan als een negentiende-eeuws monumentaal museum en toont met een zeventigtal werken het verlangen naar de grootsheid van weleer.

Uitbundig Verleden is een samenwerking tussen Museum Hof van Busleyden en het Monastère royal de Brou in Bourg-en-Bresse (Frankrijk). Bij de tentoonstelling verschijnt een catalogus, uitgegeven in Nederlandse en Franstalige editie bij Uitgeverij Snoeck.

Meer informatie lees je op de museumwebsite.

CFP: Using the North in political communication (Strasbourg)

Using the North in political communication: Building North and South at the crossroads of political and cultural fields in Europe (19th - 21st centuries)
National University Library, Strasbourg
31 March - 1 April 2022

Key questions

- What are the possible definitions of the North (and of the South) in the construction of collective identities in modern and recent history?
- Are there any recurring mechanisms in the discursive construction of North (and South)?
- How have these mechanisms been integrated in the construction in Northern European (Dutch-speaking and Scandinavian areas) and, more generally, in the rest of Europe?
- How have these political and identity constructions influenced the shaping of North European countries as colonial powers (vs. their Global South)?

Extensive presentation of the topic: click here.

Possible approaches

This seminar is part of the annual program of the Journées sur le Nord, a collaboration between the National University Library (BNU) and the University of Strasbourg (Departments of Scandinavian and Dutch Studies, Research Unit 1341 - Germanic and North European Worlds). For this reason, the study days will focus primarily on the uses and self-definition of the North (possibly as an Anti-South) in political communication in the Scandinavian and Dutch-speaking area as well as in the broader Germanic area. However, it should be clear that it is virtually impossible to understand the political discourse on the North in this geographical area without assuming its insertion and interaction within a broader European and global context.

We will, therefore, particularly welcome proposals for papers exploring the (self-)definition of the North and the use of the North-South opposition in political and ideological communication in the countries and regions around the North Sea, the Baltic Sea and the North Atlantic as well as in Europe at large, focussing more specifically (but not exclusively) on the following aspects:

- The North within the North: the self-building/self-definition of the North in the Nordic, Dutch and Germanic area; the North-South dynamics in these same areas (e.g. Netherlands vs. Flanders/Belgium; the Arctic space as the North of Nordic countries; Denmark as the "South" of Scandinavia; the construction of the natural imaginary related to the North Sea or the Baltic Sea: see, among many others, Leerssen 2008, Jensen 2018)

- The North and the South in European perspective; the use of references to Northern Europe, in order to stress similarities or to distance oneself, in the political communication of other European countries (processes of building an internal North in other European countries; the discursive construction of the oppositions between Northern and Southern Europe, e.g.

- Protestantism vs. Catholicism, frugal vs. spendthrift countries; the role of North-South oppositions in regionalisms/separatisms: see, among others, Saly et al. 1996).

- The global North: the construction of Europe and especially of Northern Europe in a global perspective in relation to the South of the world and especially the (former) colonies (memory of slavery, self-image and image of the colonizers in the South itself); colonial and postcolonial uses of the myth of the North.

Ideally, the colloquium programme will reflect a multiplicity of approaches (psychological, semiotic, linguistic, descriptive, see Mancini 1981, Greimas & Cortès 1977) aiming at the verbal and non-verbal analysis of informative, persuasive, commemorative or electoral political discourses. Most welcome will, therefore, be papers presenting case studies on sources such as:

- Support(s) that can show the communicative interaction between politics, media, intellectuals and artists;
- Visual political communication (posters, electoral posters, use of colours and symbols, image-text-slogan relation, etc.);
- Textual political communication (press, pamphlets, written propaganda, literature, egodocuments, etc.);
- Digital, multimedia and transmedia communication (integration of political communication in digital media and in more than one medium at once).

Practicalities

The colloquium will take place on March 31st and April 1st, 2022 at the National University Library (BNU) in Strasbourg. All interested specialists, included early-career researchers, are encouraged to send in paper proposals in English or French (a 250-words abstract and a short biography) before November 21st, 2021. Proposals should be e-mailed to the colloquium organisers, Mr. Roberto Dagnino (dagnino@unistra.fr) and Ms. Elisa Nistri (elisa_nistri@outlook.it).

A publication of the proceedings is foreseen. Colloquium papers will have the opportunity to be included in the 2023 issue of the journal Deshima. Arts, lettres et cultures des pays du nord (Presses Universitaires de Strasbourg), after passing a peer-reviewing procedure.

More information, including bibliography, can be found here.

zaterdag 30 oktober 2021

CONF (safe the date): Interuniversitaire en intermuseale studiedag XIX

Werkgroep XIX
Namen
Vrijdag 14 januari 2022

Op vrijdag 14 januari 2022 vindt de jaarlijkse studiedag van de Werkgroep XIX plaats. We trekken voor deze editie naar Namen, waar onder meer een geleid bezoek aan de tentoonstelling Dans les yeux de Van Gogh in het Ropsmuseum op het programma staat. Meer details over de verdere invulling van deze studiedag en informatie over de inschrijving zullen snel volgen.

dinsdag 26 oktober 2021

CFP: Studiedag Historisch Interieur en Design 2022

CFP: Studiedag Historisch Interieur en Design 2022
UGent-VUB onderzoeksgroep The Inside Story: Kunst, interieur en architectuur 1750-1950
28 april 2022
Het Pand, Gent
CFP deadline: 11 november 2021

Voor de Studiedag Historisch Interieur en Design kunnen voorstellen ingediend worden voor presentaties van lopend of recent afgerond onderzoek in het domein van de interieur- en designgeschiedenis. De focus ligt op de geschiedenis en praktijk van interieur en design in België/ de Lage Landen, of in relatie tot deze regio. De studiedag wil in eerste instantie een forum bieden en een stimulans betekenen voor diverse vormen van onderzoek gevoerd in en over België en Nederland, en gaat daarom door in het Nederlands, hoewel uitzonderlijk ook Frans en Engels welkom zijn.

Beoogd is onderzoek gevoerd in academische en museumcontext, alsook in de monumentenzorg en erfgoedsector. Ook de presentatie van artistiek ontwerpend onderzoek is welkom, eventueel in een alternatief format. Er wordt gestreefd naar een evenwichtig programma waarin diverse wetenschappelijke disciplines (bv. kunstgeschiedenis, architectuurgeschiedenis, geschiedenis, literatuurstudie, gender studies, enz.), diverse historische periodes, materies, en werkdomeinen aan bod komen, en waarin zowel senior als junior onderzoekers een forum krijgen.

De Studiedag Historisch Interieur en Design 2022 zal plaatsvinden op do. 28 april 2022 in Het Pand in Gent. Presentaties duren max. 20 minuten. Onderzoekers-ontwerpers die een ander format dan een klassieke lezing willen voorstellen, worden gevraagd hun opzet te preciseren.
Stuur vóór 11 nov. per e-mail aan malika.mranialaoui@ugent.be de volgende informatie in 1 bestand (max. 2 pgs.):
  • uw naam + e-mailadres
  • een werktitel
  • een abstract (max. 300 woorden, in het Nederlands)
  • een of twee afbeelding(en) met betrekking tot het voorgestelde onderzoek
  • een korte bio (max. 200 woorden).
De voorstellen worden beoordeeld door het organiserend en wetenschappelijk comité. U ontvangt voor de Kerstvakantie bericht of uw voorstel aanvaard werd.

Wie zijn/haar lezing wil publiceren, kan deze herwerken tot artikel en voorleggen aan de redactie van het Tijdschrift voor Interieurgeschiedenis en Design (deadline: 15 juni).

CFP: Ways of Studying: Towards New Histories of Nineteenth-Century Art

Call for Papers: Ways of Studying: Towards New Histories of Nineteenth-Century Art
Organised by the European Society for Nineteenth-Century Art (ESNA)
The Hague, RKD – Netherlands Institute for Art History
Date: 19-20 May 2022
Submission deadline: 17 December 2021

In the autumn of 2020, the Van Gogh Museum, in collaboration with ESNA and the University of
Amsterdam, organized a series of roundtable discussions that from various angles sought to address
the question of “diversifying” the canon of nineteenth-century art and making art-historical practice
more “inclusive.” The aim of these meetings, followed up in January 2021 by the annual ESNA
Winter Seminar on the same topic, was to formulate concrete research strands, which, rather than
simply broadening the nineteenth-century canon, would substantially change it. Ideally, these would
give direction to university teaching, exhibitions, and collection building over the next five years.

It soon became clear, however, that the terms “diversification” and “inclusion” were in themselves
problematic, as they imply that the current disciplinary system would remain intact. One might study
art from other parts of the world or by “Other” creators, one might expand the canon, but the idea
that the history of nineteenth-century art followed a certain developmental pattern, one that
culminated in an avant-garde that then went on to shape Modernism, would not necessarily be
affected. Instead, one might better seek to fundamentally decolonize the history of nineteenth-
century art. This term, too, is not unproblematic: it has a particular historical dimension, but in
recent times has come to stand more generally for a call to both recognize and challenge hierarchies
in and beyond the academy and the art world, not only those resulting from concrete actions in the
(colonial) past but also those linked to questions of class, gender, race, and ethnicity. Ideally, a
decolonized history of nineteenth-century art would not only add new voices and objects to the
existing canon but would productively mobilize the awareness of the ways in which what we study,
teach, and display reflects European hegemony. Although this topic is clearly not new, even in the
study of nineteenth-century art, specific recent events and debates, as well as fundamental shifts
within both academia and society at large, lend it a particular sense of urgency.

The study of the nineteenth century can look back on a history of self-renewal and has in the past
been the vehicle for the revitalization of the field of art history as whole. In this sense, we see this
conference – together with those organized by our colleagues in other parts of the world – in the
tradition of the so-called “new art history.” We seek to build on the studies of the seminal figures of
the 1970s, 80s and 90s, those who brought new methods to bear on research into objects both
known and unknown and thereby changed the perspective on the period as a whole.

The annual ESNA Conference 2022, Ways of Studying: Towards New Histories of Nineteenth-
Century Art, will expand on this initial phase of reflection, setting it in an international context. We
understand the conference as a kind of laboratory, a place for experiment and exchange. Taking a
two-pronged approach, we seek papers that take case studies as their starting point, but which also
pinpoint and further explore the implications of these new discoveries for the field in general. In this
way, the conference will present new information and address questions of methodology, i.e. “ways
of studying”.

We seek papers which can serve to disrupt and restructure the field of nineteenth-century art
history both in terms of content and method. Proposals should therefore explicitly address the wider
implications of the chosen case study.

Topics may include, but are not limited to:
• makers from diverse ethnic and gender communities
• works of indigenous or first-nation artists
• neglected objects, media, and genres
• examinations of institutional structures and non-canonical spaces of display
• rethinking geographies of creation
• networks and exchange between Europe and the global south

We particularly encourage the input of junior scholars.

Please submit an abstract of 300 words and your CV by 17 December 2021 to
esnaonline [at] hotmail [dot] com.

Selected speakers will be contacted in January 2022.

vrijdag 22 oktober 2021

CONF: Studiedag verzamelen, herwaarderen en schenken. Het belang van private kunstcollecties in België en Nederland, 19de eeuw tot vandaag (Antwerpen)

Studiedag verzamelen, herwaarderen en schenken. Het belang van private kunstcollecties in België en Nederland, 19de eeuw tot vandaag
Rubenianum
Kolveniersstraat 20, 2000 Antwerpen
26 november 2021, 9.15-18.15 uur

Museum Mayer van den Bergh, het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA) en het Rubenianum organiseren een studiedag rond verzamelen, herwaarderen en schenken. Aanleiding is de tentoonstelling ‘Madonna ontmoet Dulle Griet’, een expo over collectioneurs Fritz Mayer van den Bergh en Florent van Ertborn, en de publicatie van een nieuw boek dat gewijd is aan 200 jaar kunstschenkingen aan het KMSKA.

Over de studiedag

Experten gaan dieper in op de oorsprong en de ontwikkeling van het private verzamelen en schenken van 15de- en 16de-eeuwse kunst in België en Nederland. Er wordt bekeken welke rol private verzamelaars en schenkers van (oude) kunst in het hedendaagse culturele leven spelen en hoe relevant hun activiteit vandaag is. Verschillende vragen komen hierbij aan bod.

Wat zijn de motivaties van verzamelaars en schenkers? Hoe zien hun persoonlijke profielen en netwerken eruit? In welke historische en politieke context handel(d)en zij? Wat zijn de meest recente trends en ontwikkelingen in die verzamel- en schenkingscultuur? En welk juridisch en fiscaal kader is er voor schenkingen en legaten?

De dag wordt afgesloten met een debat over wat private verzamelaars, schenkers en openbare musea vandaag en in de toekomst voor elkaar kunnen betekenen.

Programma, praktische informatie en inschrijvingen zijn hier terug te vinden.

vrijdag 8 oktober 2021

JOB: Conservator musea Ieper (26 oktober 2021)

Conservator musea Ieper
deadline: 26 oktober 2021

Stad en OCMW Ieper werven aan: Conservator musea Ieper voltijds contract onbepaalde duur – A1a - A3a – werfreserve van 3 jaar FUNCTIE: Je bent verantwoordelijk voor het collectiebeleid. Je past een ruime kennis van collectiebeheer en - vorming, alsook een basiskennis over collectiezorg en restauratietechnieken toe in je praktijk. Dit alles vertaalt zich in het uitwerken van het collectieplan, dat je in samenspraak met de wetenschappelijke medewerkers, depotverantwoordelijken en directeurs opmaakt. Je bouwt het digitaal collectiebeleid van de musea verder uit met speciale aandacht voor de digitale toegankelijkheid van de collectie voor het grote publiek. Je faciliteert de publieksontsluiting van de collectie door o.a. het ontlenen van collectiestukken, verrichten van onderzoek, het stimuleren en begeleiden van onderzoek door derden, nauwe betrokkenheid bij tijdelijke tentoonstellingen,... Je bouwt de expertise rond behoud en beheer verder uit in nauwe samenwerking met jouw team dat bestaat uit de depotbeheerder en de registrator.


PROFIEL:
  • Je beschikt over een algemene brede culturele kennis en interesse (nieuwsgierigheid, verwondering, speurzin, nauwgezetheid)
  • Ervaring met restauratie van objecten is een pluspunt
  • Je combineert digitale skills met een goede kennis van Frans en Engels (schriftelijk en mondeling)
  • Je hebt minimaal 3 jaar relevante ervaring in de culturele sector op het niveau van deze functie
  • Je beschikt minstens over een masterdiploma (of gelijkwaardig), bij voorkeur in de richting kunstwetenschappen, museologie of collectiemanagement

AANBOD:

Je komt terecht in een uitdagende en gezinsvriendelijke organisatie met een maatschappelijk relevante opdracht.

Je komt in dienst met een voltijds contract van onbepaalde duur (38/38). Verloning in graad A1a-A3a met als extra’s: maaltijdcheques, fietsvergoeding, hospitalisatie- en groepsverzekering, opleidingsmogelijkheden,…

INTERESSE?

Bezorg dan uiterlijk op dinsdag 26 oktober 2021 via wervingen@ieper.be
  • je motivatiebrief + curriculum vitae,
  • een kopie van je diploma
  • een recent uittreksel uit het strafregister (< 2 maanden, model 595: algemeen model)
De datum van ontvangstbevestiging geldt als bewijs.

Een preselectie op basis van cv en motivatiebrief is mogelijk zodra er meer dan 10 kandidaten solliciteren.

Schriftelijke proef op maandag 15 november 2021

Mondelinge proef op dinsdag 23 november 2021

Psychotechnische proef voor de 2 hoogst gerangschikte kandidaten op donderdag 25 november 2021.

Meer informatie over de job en de selectieprocedure vind je hier.

woensdag 6 oktober 2021

CONF: eerste trefdag De Kunstvrienden

Eerste trefdag De kunstvrienden 
Emile Van Dorenmuseum. Huis van landschap en kunst, Genk
6 november 2021

De Kunstvrienden, een informeel netwerk van kunstenaars-vzw’s, verzamelaars en onderzoekers van 19de en vroeg-20ste-eeuwse (landschaps)kunstenaars en kunstenaarskolonies, organiseren op zaterdag 6 november van 10 tot 17 uur hun eerste trefdag in het Emile Van Dorenmuseum. Huis van landschap en kunst in Genk. 

De informele groep De Kunstvrienden stelt zich tot doel een uitwisselingsplatform voor contacten en expertise te zijn voor zij die onderzoek voeren naar onder meer specifieke kunstenaars, kunstenaarspleisterplaatsen, kunstkringen en kunststichtingen.

Deze expertise-uitwisseling kan zich op verschillende domeinen situeren, zoals:

- het delen van kennis m.b.t. onderzoeksbronnen 

- het uitwisselen van onderzoeksresultaten en contacten

- advies bieden bij het voorbereiden van publicaties (bijv. oeuvrecatalogi)

- publieke instellingen assisteren bij het voorbereiden van tentoonstellingen

Tot de activiteiten behoren ook het organiseren van/deelnemen aan: voordrachten, studie- en werkvergaderingen, rondleidingen, tentoonstellingen, …

Inschrijven voor de trefdag op 6 november kan tot 15 oktober via mail (emile.vandoren@genk.be). Vragen van praktische aard kunnen aan hetzelfde adres worden gericht.

dinsdag 28 september 2021

PUB: Nieuw boek over H. & F. Mayer van den Bergh

Ulrike Müller
Thuis in een museum. Het verhaal van Henriëtte en Fritz Mayer van den Bergh
Hannibal Books
2021

Het boek ‘Thuis in een museum’ duikt in de boeiende geschiedenis van ons museum en haar grondleggers Henriëtte en Fritz Mayer van den Bergh. Auteur Ulrike Müller schetst de persoonlijkheden achter de verzameling, hun familiale achtergrond en internationaal netwerk, hun passies en hun modus operandi. Met heel wat citaten en onuitgegeven 19de-eeuws fotomateriaal is dit een prachtig tijdsdocument van de Antwerpse belle époque. Het boek is verschenen bij Hannibal Books.

‘Thuis in een museum. Het verhaal van Henriëtte en Fritz Mayer van den Bergh’ beschrijft het bijzondere ontstaan van ons museum. Dat herinnert aan twee personen, Henriëtte Mayer van den Bergh (1838−1920) en Fritz Mayer van den Bergh (1858−1901). De hele collectie werd bijeengebracht door Fritz. Na zijn vroegtijdige en onverwachte overlijden was het zijn moeder Henriëtte die het gebouw voor zijn kunstwerken liet optrekken.

Moeder en zoon

‘Thuis in een museum’ belicht voor het eerst de cruciale rol van Henriëtte van den Bergh. De lezer krijgt een inkijk in de familiale achtergrond, het internationale netwerk, de passies en de modus operandi van moeder en zoon.

‘De door mijn zoon verzamelde kunstobjecten, die hij me heeft nagelaten, zijn me eerder in bewaring dan in eigendom gegeven.’ - Henriëtte Mayer van den Bergh
Over de auteur

Ulrike Müller is kunsthistorica en gespecialiseerd in de Belgische verzamel- en museumgeschiedenis. In 2019 behaalde ze een doctoraat met een proefschrift over private kunst- en antiekverzamelaars en hun rol in het publieke culturele leven in Brussel, Antwerpen en Gent tijdens de lange negentiende eeuw (ca. 1780−1914). Ze werkt als wetenschappelijk medewerker in het Museum Mayer van den Bergh en is daarnaast als postdoctoraal onderzoeker verbonden aan het Centrum voor Stadsgeschiedenis van de Universiteit Antwerpen.

Meer info of de websites van het museum en de uitgever.


dinsdag 14 september 2021

CONF: Congres Cultures of Belgian Space (15-16 Oct. 2021, Hingene)

Internationaal congres Cultures of Belgian Space - Cultures de l'Espace belge (1850-1924)

15 - 16 October

Kasteel D'Ursel (Hingene) & Emile Verhaerenmuseum (Puurs-Sint-Amands) 

Organ.: KU Leuven i.s.m. UGent & ULB, en met de steun van FWO, FNRS & lokale partners

Keynote: Patrick McGuinness (St Anne's College, Oxford, UK) 

Programma hier.

woensdag 1 september 2021

JOB: projectmedewerker FRIABLE (Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België)

De Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België 
werven een Wetenschappelijk Assistent aan
(op contractuele basis) in de context 
van het Brain 2.0-project FRIABLE
Deadline voor kandidaturen: 15 september 2021

FRIABLE. Valorisation and Preservation of friable medium on paper. Case Study on the collection of the Royal Museums of Fine Arts of Belgium (RMFAB) is een vierjarig netwerkproject van het programma BRAIN-be 2.0 (Federaal Wetenschapsbeleid – Belspo). Het project heeft tot doel de kwetsbaarheid te bestuderen van moderne werken op papier gemaakt met poedervormige materialen (pastel, houtskool en krijt), een protocol uit te werken om de instandhouding ervan te garanderen en professionals op te leiden voor een betere preventieve conservering van dit soort werken. Het project steunt op een holistische benadering, waarbij kennis uit de (technische) kunstgeschiedenis, conservering en ingenieurswezen worden samengebracht voor een beter begrip van de toestand van een nationale collectie en een efficiënter riskmanagement. Het uitgangspunt van het project is tweeledig: 1) in het algemeen, de uitdagingen van preventieve conservering in verband met de kwetsbaarheid van poedervormige materialen die bij het creëren van kunstwerken worden gebruikt, en 2) meer specifiek, de dagelijkse uitdagingen bij het beheer en de conservering van het grote aantal van zulke kunstwerken uit de collectie moderne kunst op papier van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België – KMSKB (tekeningen, pastellen, aquarellen, etsen, foto’s gemaakt sinds ongeveer 1800). De KMSKB treden op als coördinator. De Katholieke Universiteit Leuven, het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, de Ecole nationale supérieure des arts visuels (La Cambre) en het Rijksmuseum Amsterdam zijn onze partners. In het kader van het project FRIABLE werft de KU Leuven ook een doctoraatsstudent(e) aan. Het project wordt opgevolgd door een wetenschappelijk comité van internationale deskundigen.

Als lid van de wetenschappelijke staf van de KMSKB zal u met name worden betrokken bij de uitvoering van de Workpackages 3. Corpus selection and Cataloguing, 6. Establishment of a methodology for Risk Assessment of Collections of Modern Friable Media, 7. Scientific and public output/ outreach en 8. Valorisation, dissemination, exploitation of results van het FRIABLE-project. In het kader van uw rol van wetenschappelijk medewerker/medewerkster bent u ook medeverantwoordelijk voor de projectrapporten aan de POD Wetenschapsbeleid en werkt u nauw samen met de andere projectteamleden. 

De voorgestelde functie is bedoeld ter versterking van het team met betrekking tot de studie en documentatie van de werken in het corpus, de totstandbrenging van verschillende instrumenten, de verspreiding van kennis en onderzoeksresultaten alsook de algemene organisatie van het project.

De belangrijkste taken zijn:

• De (technische) beschrijving, studie en documentatie van de werken op papier en van hun geschiedenis wat betreft de algemene corpus van het onderzoeksproject

• De digitale registratie van de onderzoeksgegevens (beheer databank collectie/project)

• Synthetiseren van de gegevens en onderzoeksresultaten en deelnemen aan het opstellen van wetenschappelijke en vulgariserende teksten

• Hulp bij de voorbereiding van de verschillende workpackages

• Hulp bij het opstellen van conditierapporten

• Hulp bij het samenstellen van synthese-instrumenten betreffende schade en risico’s, terminologie, ...

• Actieve deelname aan de communicatie over het project in elke gewenste vorm (colloquium, verslagen, notulen van vergaderingen, publicatie van informatieve teksten, focustentoonstelling, website …)

Voor meer informatie: zie gedetailleerde vacature op de website van de KMSKB

Deadline voor kandidaturen: 15 september 2021


woensdag 28 april 2021

EXH: Online tentoonstellingen Franse en andere Europese musea

Online tentoonstellingen Franse en andere Europese musea

Initiatieven van verschillende musea
Online





België heeft zijn grenzen geopend. Voor een tentoonstellingsbezoek in Frankrijk moeten we echter nog even geduld uitoefenen. In afwachting van een heropening van de Franse musea voorzien halverwege mei, hierbij alvast twee tentoonstellingen die online te bezoeken zijn:

- Les Sculpteurs du travail (Musée Camille Claudel, Nogent-sur-Seine, wordt verlengd tot einde van de zomer 2021): Musee Camille Claude en visite virtuelle 360° (visite-virtuelle360.fr)

Un duel romantique, Le Giaour de Lord Byron par Delacroix (Musée national Eugène Delaxroix, Parijs, 16 december 2020 - 23 augustus 2021): Présentation de l'exposition "Un duel romantique, Le Giaour de Lord Byron par Delacroix " - Musée Delacroix (musee-delacroix.fr)


Ook enkele exposities die amper of helemaal niet toegankelijk waren voor (fysieke) bezoekers, leven online verder:

- Léon Spilliaert (1881-1946). Lumière et solitude (Musée d'Orsay, Parijs, 13 oktober 2020 - 10 januari 2021): Musée d'Orsay: Léon Spilliaert (1881-1946). Lumière et solitude (musee-orsay.fr)

- Aubrey Beardsley (1872-1898) (Musée d'Orsay, Parijs, 13 oktober 2020 - 10 januari 2021): Musée d'Orsay: Aubrey Beardsley (1872-1898) (musee-orsay.fr)

- François Auguste Biard. Peintre voyageur (Musée Victor Hugo, Parijs, 5 november 2020 - 11 april 2021): Visite en ligne - Exposition François -Auguste Biard] (betalend, digitaal ticket: 5 euro)


Verder ook nog digitaal te bezoeken:

Dekadenz und dunkle Träume. Der belgische Symbolismus (Alte Nationalgalerie, Berlijn, 18 september 2020 - 17 januari 2021): Alte Nationalgalerie - Dekadenz und dunkle Träume. Der belgische Symbolismus (smb.museum)

Canova | Thorvaldsen. La nascita della scultura moderna (Gallerie d'Italia, Milaan, 25 oktober 2019 - 28 juni 2020): Virtual tour Canova Thorvaldsen_IT (gallerieditalia.com)



maandag 1 maart 2021

CFP: Veerkracht! Wegen uit de crisis, 1780-1940

CFP: Veerkracht! Wegen uit de crisis, 1780-1940
Congres Werkgroep De Moderne Tijd
Amsterdam, vrijdag 3 december 2021
Deadline papervoorstellen: 15 mei 2021
Keynote-spreker: Prof. dr. Beatrice de Graaf


Anton Muttenthaler, Hans Welgemoed (Amsterdam, Rijksmuseum)

De coronapandemie heeft ons lange tijd in de greep gehouden, maar langzaam lijkt er zicht op verbetering en misschien zelfs een einde van de crisis. Het ‘nieuwe normaal’ heeft een groot beroep gedaan op onze mentale en fysieke veerkracht. Veerkracht omvat het vermogen om terug te buigen, te weerstaan en te herstellen en kan zowel op het individuele als collectieve niveau betrekking hebben: niet alleen een persoon, maar ook een samenleving kan veerkrachtig zijn. Het begrip is niet nieuw, maar circuleerde al in de negentiende eeuw. Tijdens de choleracrisis van 1832 was het zelfs trending topic: de kranten stonden bol van de oproepen om veerkracht te tonen. Men kon zelfs poeder kopen dat de veerkracht zou verhogen.

Veerkracht is al decennialang een sleutelbegrip binnen academische kringen (resilience), en wordt vanuit meerdere disciplines bestudeerd: de economie, de culturele studies, de sociale wetenschappen, de politicologie enzovoort. Ook in de geschiedwetenschap staat het thema de laatste tijd volop in de belangstelling. Of het nu gaat om de omgang met rampspoed, het standhouden van politieke instituties in revolutietijd of het aanpakken van economische crises in het verleden: verschillende grote onderzoeksprojecten hebben recent aandacht besteed aan het onderwerp veerkracht.

Met dit congres onderzoeken we hoe veerkracht tot uiting kwam in Nederland en Vlaanderen in de periode 1780-1940 vanuit een multidisciplinair perspectief. We kijken daarbij zowel naar collectieve als individuele veerkracht. Welke routes bewandelden overheden om uit een crisis te geraken? Welk herstellend vermogen lieten godsdienstige, politieke en culturele gemeenschappen zien na ontwrichtende gebeurtenissen? En op het individuele niveau: hoe toonden burgers veerkracht? Hoe gaven dichters, musici en schilders uiting aan mentale weerbaarheid? Waar putten ze hoop en inspiratie uit en hoe visualiseerden zij de nieuwe toekomst, na de crisis?

Door meerdere subthema’s centraal te stellen, willen we de aandacht vestigen op de verschillende exit-strategieën die gebruikt werden om crises in het verleden te overwinnen. Daarbij houden we oog voor de complexiteit van een begrip als veerkracht. Wat is bijvoorbeeld de relatie met kwetsbaarheid? Op het eerste gezicht lijken beide begrippen twee kanten van dezelfde medaille te zijn. Maar veronderstelt veerkracht altijd een voorafgaande periode van neergang en tegenslag?

Subthema’s die in de bijdragen mogelijk aan bod kunnen komen zijn:
- De verbeelding en uiting van veerkracht (literatuur, muziek, schilderkunst)
- De persoonlijke uitweg uit crises (veerkracht in egodocumenten)
- Economische veerkracht (omgang met economische neergang en verval)
- Veerkracht en religie (nieuwe geloofsbewegingen, Réveil, religie als troost/inspiratie)
- Veerkracht en politiek (omgang met revolutie/machtsverlies, institutionele veerkracht)
- Veerkracht en ziekte (fysieke weerstand, bestrijding epidemieën)
- Veerkracht en wetenschappelijke kennis (vooruitgangsdenken, techniek)
- Beleid, bestuur en recht rondom rampen (crisismanagement, rampenbestrijding)
- Veerkracht en sociabiliteit (onderwijs, heropvoeding, maakbaarheidsidealen)

Papervoorstellen over deze en andere binnen het congresthema passende onderwerpen zijn welkom. Belangstellenden kunnen een voorstel van max. 300 woorden en een (beknopte) biografische beschrijving indienen vóór 15 mei 2021. Zo snel mogelijk daarna wordt uitsluitsel gegeven over de selectie. Abstracts kunnen worden gezonden aan Lotte Jensen (l.jensen@let.ru.nl), die ook informatie kan geven over het congres.

dinsdag 12 januari 2021

CFP: Grond van Verbeelding: Bodem en Streek in de Lage Landen (De Moderne Tijd)

CFP: Grond van Verbeelding: Bodem en Streek in de Lage Landen
Themanummer De Moderne Tijd
Artikel deadline: 1 mei 2021
CFP deadline: 25 januari 2021


Vincent van Gogh, Nettenboetsters in de duinen, 1882. Privécollectie.

In de negentiende eeuw was er een toenemende belangstelling voor regionale cultuur en, zowel in literatuur als beeldende kunst, voor het verbeelden van couleur locale. Het platteland vormde een belangrijke voedingsbodem voor verschillende kunstvormen, van schilderkunst tot literatuur en architectuur. Regionale kunstvormen, met name de regionale literatuur, werden in latere jaren echter geassocieerd met de nazistische ‘Blut und Boden’-ideologie, waarin een relatie wordt gelegd tussen ras en geboortegrond. De zogenaamde Heimatkunst, waarin de verhoudingen tussen mens en omgeving vaak centraal staan, heeft hier vanzelfsprekend een slechte reputatie aan overgehouden. Er is echter ook ruimte van een positieve interpretatie van deze relatie, waarin de nadruk wordt gelegd op de verbintenis met de bodem als ervaring in plaats van als ideologie. Ook vandaag de dag is er nog aandacht voor (gebrek aan) verbintenis met de grond en wordt er gepleit voor groene steden en kringlooplandbouw: bodem blijft van politiek, cultureel en economisch belang. Wat maakte de relatie met de (eigen) bodem voor mensen en gemeenschappen van ca. 1780-1940 betekenisvol?

De verwantschap tussen mens en grond fungeerde in de regionale kunst lang niet altijd als ideologie, maar vormde wel regelmatig onderdeel van de beleving en verbeelding van de streek. Dit themanummer onderzoekt de interesse in couleur locale vanuit een materieel perspectief en legt de nadruk hierbij letterlijk op de representatie van ‘bodems’ in de Lage Landen, eventueel in comparatief perspectief. Welke rol speelt (het idee van) de bodem in de culturele verbeelding van ca. 1780-1940?Wat bepaalt de verhouding tussen mensen of gemeenschappen en de (lokale) grond? (Hoe) verschilt deze verhouding tussen stad en platteland? Wordt regionale grond gezien als maakbaar, bijvoorbeeld door droogleggen? Wat is de relatie tussen regionaal en nationaal belang bij bodem, bijvoorbeeld wanneer regionale grond wordt ingezet als nationaal product voor het bouwen van huizen, het bedekken van daken en de aanleg van wegen? En in hoeverre bepalen bodems en grondsoorten, van moeras tot veenlandschappen en van zand en duingebieden tot rietvelden en rivierklei, de verbeelding en beleving van stad en streek?

Voor dit themanummer van De Moderne Tijd is men op zoek naar artikelen vanuit verschillende disciplines waarin de (beleving van) bodem en centraal staat.

Enkele voorbeelden van mogelijke onderwerpen zijn:
• Verbeeldingen van bodem in beeldende kunst en illustratie
• Perspectieven op bodem in wetenschap en politiek
• Geluid van eigen bodem in (streek)muziek
• Belevingen van (vreemde) grond in reisverhalen
• Perspectieven op bodembescherming
• Maakbaarheid van bodem
• Verbanden tussen grondsoorten en regionale identiteit
• Bodem en folklore
• Regionale grond en nationaal belang
• Literaire verbeeldingen van lokale grond
• Grondsoorten en regionale architectuur
• Verbanden tussen grond en klederdracht
• Bodemsoorten en economische ontwikkeling
• Grondsoorten over nationale grenzen heen
• Bodem en water
• Bodemsoorten en cartografie

Abstracts van max. 300 woorden kunnen tot 25 januari 2021 worden ingestuurd naar a.scholten@let.ru.nl. Indieners krijgen hierna zo snel mogelijk bericht over de selectie. Van de 
geselecteerde voorstellen worden de volledige artikelen van 4000 woorden verwacht tegen 
1 mei 2021. De artikelen worden aan redactionele en externe peer review onderworpen.