vrijdag 24 december 2021

 CONF (update): Interuniversitaire en intermuseale studiedag XIX

Werkgroep XIX
Gouverneurspaleis/Palais du Gouverneur, Place Saint-Aubin 2, Namen
Uitgesteld, nieuwe datum nog te bepalen

Het is met spijt dat we jullie moeten meedelen dat de studiedag XIX niet zal kunnen doorgaan op 14 januari zoals voorzien. De eerder deze week door de regering afgekondigde Covid-maatregelen laten dit niet meer toe.
We zoeken naar een nieuwe datum voor de studiedag en hopen het programma zoals het was opgesteld alsnog te behouden. Meer informatie zal volgen van zodra deze beschikbaar is.

We danken jullie voor jullie begrip, en we wensen jullie prettige feesten en een fijn eindejaar,

De stuurgroep XIX

dinsdag 14 december 2021

CONF: interuniversitaire en intermuseale studiedag XIX

CONF: Interuniversitaire en intermuseale studiedag XIX
Werkgroep XIX
Gouverneurspaleis/Palais du Gouverneur, Place Saint-Aubin 2, Namen
Vrijdag 14 januari 2022
Inschrijvingsdeadline: 23 december 2021




Na een ritmeonderbreking te wijten aan de Covid-pandemie vindt op vrijdag 14 januari 2022 de jaarlijkse studiedag van de Werkgroep XIX opnieuw plaats. Ditmaal treffen we elkaar in Namen. We ontvangen u graag vanaf 10u00 in het prachtige Gouverneurspaleis (Saint-Aubinplein 2), dat slechts zelden zijn deuren voor publiek opende. Onder het motto 'XIX déconfiné' trekken we niet alleen voor het eerst de taalgrens over voor onze studiedag, we geven eveneens een platform aan twee Franstalige collega's. Het voormiddagprogramma  bestaat daarmee uit vier prikkelende lezingen, waarvan twee in het Nederlands, twee in het Frans. Na een gezamenlijke lunch volgt een bezoek aan de voortreffelijke tentoonstelling Dans les yeux de Van Gogh in het Ropsmuseum.


Bovenstaand vindt u het volledige programma terug, alsook de praktische modaliteiten voor de inschrijving.

Om de kosten van de organisatie te dekken, zijn wij verplicht een bijdrage van € 30 per persoon aan te rekenen. Locatie, koffieonthaal, middagmaal en tentoonstellingsbezoek zijn daarin inbegrepen.


U kan zich inschrijven via werkgroepXIX@gmail.com

Graag bij inschrijving ook meteen opgeven voor welk gerecht u kiest voor de lunch:

a. Le vol au vent « maison », riz

b. L’onglet de bœuf échalotes et vin rouge, pommes frites

c. Le filet de sandre, salsa de légumes, beurre blanc, pommes « nature »

d. Assiette de légumes chauds du marché et son féculent (végétarien)


Alle geïnteresseerden zijn van harte welkom. Inschrijven kan tot en met donderdag 23 december.

woensdag 8 december 2021

CFP: Collectioneurs Nobles. Continuity and Change in Aristocratic Collecting Practices in Belgium and the Netherlands (1750-1950)

CFP deadline: 1 February 2022
Article deadline: 1 October 2022

The long nineteenth and early twentieth century is often considered a period of socially widening collecting practices. Besides the boom of public museums, the general understanding of nineteenth- and early twentieth-century collecting is dominated by the rise of the bourgeois collectioneur as new social type. Within the broader historiography much attention has been paid to the new industrial tycoons and businessmen, as well as the (higher) middling sort of collectors, all eager to tap into a growing ‘collection mania’. Less well studied for this period, however, remain the blue-blooded collectors or collectioneurs nobles. This comes as quite a surprise since the practice of collecting itself has deep and long running roots, intimately tied to endeavours of early-modern royal houses and noblemen, amassing Wunderkammern full of Fine and Decorative Arts, precious manuscripts and books, naturalia, and myriad other collectables. While some, less fortunate noblemen, were forced to sell their prized family collections during the age of political, industrial, and cultural revolutions, others retained their titles and fortunes, and continued to collect for economic reasons (as investment), or for reasons tied to their specific, albeit changing, social and cultural status in modern societies. 

In spite of the recent upsurge in books and articles on collectors and collecting practices in Belgium and the Netherlands, research on this blue blood collecting in the Low Countries after 1750 remains thin on the ground. Who were these highborn collectors? What did they collect? And why? In this special issue we aim to draw a detailed portrait of these  collectioneurs nobles, their changing social profile, and their motivations. How different were their motives and aims from their emerging bourgeois counterparts? What were the norms and values that fuelled aristocratic collecting? Did they, for instance, pay more attention to noble pedigree and patina in the selection of objects? And in what way were older, Humanist and Enlightenment values carried over in modern times with these collectors? Tying in with a recent strand, we also want to pay attention to the links between gender and collecting. To what extent were the collection profile and practices of noble ladies and lords different? We also aim to shed more light on the presentation, musealisation, and afterlife of these noble collections. To what extent became noble collections more accessible for a wider public in the nineteenth and early twentieth century, and how were they received by noble, bourgeois or lower class visitors? How were these aristocratic ensembles eventually integrated into public museums? Last but not least, we also try to identify local, regional or even national differences between well-bred collectors in Belgium and the Netherlands, in the industrial cities and in the countryside, and so on. 

We aim to provide some answers to these questions by sampling the latest research on noble collectors and collections in the Low Countries. The special issue will be published in Virtus: Journal of Nobility Studies. [WoS A1- journal] Abstracts – ca. 350 words, including a short bio-sketch – should be send to gerrit.verhoeven [at] uantwerpen.be before 1 February 2022. Full chapters (5000 words, including footnotes) should be submitted in the same way before 1 October 2022. 

Guest editors of the special issue:

Ulrike Müller (Researcher at Museum Mayer van den Bergh & PD UAntwerpen)

Ilja Van Damme (Professor in history UAntwerpen)

Gerrit Verhoeven (Professor in cultural heritage and history UAntwerpen & Researcher/Archivist at the Royal Museums of Art and History)


Pierre Degobert, Théodore de Coninck de Merckem in his picture gallery, lithography after a drawing by Henri Van der Haert, 
published in: Galerie de Tableaux du Chevalier de Coninck (Brussels: Debobert, 1838)


EXH: Retrospectieve Nicaise De Keyser (Antwerpen)

Schilderijententoonstelling uit de Werner Wieland Verzameling van 19de-eeuwse Schilderkunst: Retrospectieve Nicaise De Keyser
Wolstraat 26, Antwerpen
6 - 24 april 2022

Van woensdag 6 April tot en met Zondag 24 April, 2022 houdt de Werner Wieland Verzameling een Retrospectieve Tentoonstelling over de Antwerpse Negentiende-Eeuwse Romantische Schilder Nicasius De Keyser. Het gratis evenement zal plaats vinden in een kunstgalerij op Wolstraat 26, 2000 Antwerpen, nabij het Conscienceplein en de Grote Markt. Openingsdagen en uren zijn telkens van Woensdag tot Zondag, vanaf 12 uur tot 19 uur.

Getoond zullen worden 13 representatieve schilderijen van de kunstenaars eigen hand uit de Werner Wieland Verzameling. En verder werk uit de Werner Wieland Verzameling van twee van zijn leermeesters, Joseph Jacops en Matthijs Van Bree, alsmede een tiental schilderijen door enkele van De Keysers bekendste Vlaamse leerlingen, waaronder Godfried Guffens, Jan Swerts, Karel Verlat, Karel Ooms, Piet Van der Ouderaa, Eugene Siberdt.

Het is de eerste maal in enkele decennia dat specifiek hulde gebracht wordt aan dit grote Vlaamse negentiende-eeuwse romantisch kunstboegbeeld.

Meer informatie over de tentoonstelling leest u op deze website.

Betalende groepsrondleidingen van ongeveer een uur kunnen op voorhand besteld worden via info@wernerwieland.eu, ook voor rondleidingen buiten de normale uren, zoals ’s avonds.

EXH: Uitbundig Verleden. De Bourgondiërs door Romantische ogen (Mechelen, Museum Hof van Busleyden)

Uitbundig Verleden. De Bourgondiërs door Romantische ogen
Museum Hof van Busleyden, Mechelen
27 november 2021 – 27 februari 2022

Teruggrijpen naar het verleden, het is iets van alle tijden. Net als vandaag was geschiedenis ook in de negentiende eeuw populair. Het is de eeuw waarin verschillende nieuwe naties ontstaan en andere zich sterker gaan profileren op het internationale toneel. Tijdens de Romantiek groeit een hernieuwde belangstelling voor de Bourgondische hertogen, van Filips de Stoute tot de roemrijke keizer Karel.

Zo treden de vijftiende- en zestiende-eeuwse Bourgondische vorsten in verschillende Europese landen opnieuw op de voorgrond. Als de aartsvaders van de Lage Landen verschijnen ze op schilderijen, in de literatuur en beeldhouwkunst. Maar het beeld van de vorsten verschilt sterk van land tot land: wat vertellen ze ons over de negentiende-eeuwse visie op het verleden? En over de manier waarop wij vandaag omgaan met onze geschiedenis?

In Uitbundig Verleden. De Bourgondiërs door Romantische ogen kijk je vanuit een hedendaagse context, met een kritische blik en een veranderend perspectief naar het verleden. De ondergrondse exporuimte van Museum Hof van Busleyden doet aan als een negentiende-eeuws monumentaal museum en toont met een zeventigtal werken het verlangen naar de grootsheid van weleer.

Uitbundig Verleden is een samenwerking tussen Museum Hof van Busleyden en het Monastère royal de Brou in Bourg-en-Bresse (Frankrijk). Bij de tentoonstelling verschijnt een catalogus, uitgegeven in Nederlandse en Franstalige editie bij Uitgeverij Snoeck.

Meer informatie lees je op de museumwebsite.

CFP: Using the North in political communication (Strasbourg)

Using the North in political communication: Building North and South at the crossroads of political and cultural fields in Europe (19th - 21st centuries)
National University Library, Strasbourg
31 March - 1 April 2022

Key questions

- What are the possible definitions of the North (and of the South) in the construction of collective identities in modern and recent history?
- Are there any recurring mechanisms in the discursive construction of North (and South)?
- How have these mechanisms been integrated in the construction in Northern European (Dutch-speaking and Scandinavian areas) and, more generally, in the rest of Europe?
- How have these political and identity constructions influenced the shaping of North European countries as colonial powers (vs. their Global South)?

Extensive presentation of the topic: click here.

Possible approaches

This seminar is part of the annual program of the Journées sur le Nord, a collaboration between the National University Library (BNU) and the University of Strasbourg (Departments of Scandinavian and Dutch Studies, Research Unit 1341 - Germanic and North European Worlds). For this reason, the study days will focus primarily on the uses and self-definition of the North (possibly as an Anti-South) in political communication in the Scandinavian and Dutch-speaking area as well as in the broader Germanic area. However, it should be clear that it is virtually impossible to understand the political discourse on the North in this geographical area without assuming its insertion and interaction within a broader European and global context.

We will, therefore, particularly welcome proposals for papers exploring the (self-)definition of the North and the use of the North-South opposition in political and ideological communication in the countries and regions around the North Sea, the Baltic Sea and the North Atlantic as well as in Europe at large, focussing more specifically (but not exclusively) on the following aspects:

- The North within the North: the self-building/self-definition of the North in the Nordic, Dutch and Germanic area; the North-South dynamics in these same areas (e.g. Netherlands vs. Flanders/Belgium; the Arctic space as the North of Nordic countries; Denmark as the "South" of Scandinavia; the construction of the natural imaginary related to the North Sea or the Baltic Sea: see, among many others, Leerssen 2008, Jensen 2018)

- The North and the South in European perspective; the use of references to Northern Europe, in order to stress similarities or to distance oneself, in the political communication of other European countries (processes of building an internal North in other European countries; the discursive construction of the oppositions between Northern and Southern Europe, e.g.

- Protestantism vs. Catholicism, frugal vs. spendthrift countries; the role of North-South oppositions in regionalisms/separatisms: see, among others, Saly et al. 1996).

- The global North: the construction of Europe and especially of Northern Europe in a global perspective in relation to the South of the world and especially the (former) colonies (memory of slavery, self-image and image of the colonizers in the South itself); colonial and postcolonial uses of the myth of the North.

Ideally, the colloquium programme will reflect a multiplicity of approaches (psychological, semiotic, linguistic, descriptive, see Mancini 1981, Greimas & Cortès 1977) aiming at the verbal and non-verbal analysis of informative, persuasive, commemorative or electoral political discourses. Most welcome will, therefore, be papers presenting case studies on sources such as:

- Support(s) that can show the communicative interaction between politics, media, intellectuals and artists;
- Visual political communication (posters, electoral posters, use of colours and symbols, image-text-slogan relation, etc.);
- Textual political communication (press, pamphlets, written propaganda, literature, egodocuments, etc.);
- Digital, multimedia and transmedia communication (integration of political communication in digital media and in more than one medium at once).

Practicalities

The colloquium will take place on March 31st and April 1st, 2022 at the National University Library (BNU) in Strasbourg. All interested specialists, included early-career researchers, are encouraged to send in paper proposals in English or French (a 250-words abstract and a short biography) before November 21st, 2021. Proposals should be e-mailed to the colloquium organisers, Mr. Roberto Dagnino (dagnino@unistra.fr) and Ms. Elisa Nistri (elisa_nistri@outlook.it).

A publication of the proceedings is foreseen. Colloquium papers will have the opportunity to be included in the 2023 issue of the journal Deshima. Arts, lettres et cultures des pays du nord (Presses Universitaires de Strasbourg), after passing a peer-reviewing procedure.

More information, including bibliography, can be found here.