'Baudelaire >< Brussel'
Museum van de Stad Brussel (Brussel, België)
7 september 2017 - 11 maart 2018
Op het einde van zijn leven bracht Charles Baudelaire (1821-1867) twee jaar door in Brussel, van 1864 tot 1866. Een periode van bitterheid, ziekte en berooidheid die de auteur van Les Fleurs du Mal ertoe bracht een (tijdens zijn leven ongepubliceerd gebleven) virulent en brutaal pamflet te schrijven tegen België en vooral tegen Brussel, met als titel Pauvre Belgique!
Tussen twee vogelnamen of beledigingen door, nodigt de tentoonstelling de bezoeker uit om met Baudelaire als gids de Belgische hoofdstad van de jaren 1860 te komen ontdekken. Het Brussel van de slotjaren van het koningschap van Leopold I, van de Zenne, van de zwarte zeep en de eerste foto's. De sombere visie van de auteur wordt gemilderd door special guests: vrienden of kennissen van Baudelaire die het portret van deze stad aanvullen, zoals Nadar, Victor Hugo, de gebroeders Stevens, Camille Lemonnier, Georges Barral.
De tentoongestelde werken komen vooral uit de collecties van de stad Brussel, zowel van musea als van archieven. Een onuitgegeven onderdompeling in miskende werken van de 19de eeuw. Een primeur daarbij is het grote drieluik waarvan het middenpaneel de 'wegeniswerken' van de overwelving van de Zenne (1868-1871) voorstelt. Dankzij de samenwerking tussen het Museum van de Stad Brussel en het Félicien Ropsmuseum in Namen, kon de schilder geïdentificeerd worden als Louis Ghémar (1819-1873). Van hem zijn ook de prachtige, wat mysterieuze foto's van de Zenne die op de tentoonstelling te bewonderen zijn. Een toevalstreffer voor het Ropsmuseum, dat in het najaar van 2018 een tentoonstelling organiseert rond Ghémar en de "zwans".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten